Waarom laat God het kwaad toe in de wereld?
Dit is een vraag waar veel mensen mee worstelen.
Want als God liefde is, waarom is er dan zoveel ellende op de wereld en lijkt het alsof God daar niets aan doet?
Het antwoord op deze vraag ligt juist in de liefde.
Liefde is geen abstract begrip, of een maat waarmee we kunnen aangeven hoe leuk je iemand vindt.
Liefde is een persoon en die persoon is God zelf.
1 Johannes 4:16 (HSV)
God is liefde.
Liefde is niet alleen een attribuut van God; het is de essentie van Zijn wezen.
Hieruit volgt dat alleen uit liefde leven kan ontstaan, want het is in deze liefde dat we de ware bron van het leven vinden.
Jezus zelf onthult de diepte van dit leven in Zijn gebed dat in Johannes 17 staat geschreven.
Hij zegt:
Johannes 17:3 (HSV)
Dít is het eeuwige leven:
dat zij U kennen, de enige waarachtige God
en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.
Eeuwig leven is niet simpelweg een oneindige voortzetting van tijd; het is een leven, een bestaan, een zijn, doordrongen van de kennis van God en de liefde die Hij door Jezus Christus heeft geopenbaard.
Eeuwig leven is het zijn van liefde.
Zoals God zegt: IK BEN! Want de liefde is de bron van het leven, van vreugde, van wijsheid.
Zie je het plaatje?
God heeft alles gemaakt. Uit Hem is alles ontstaan.
God is dus de bron van het leven en God is liefde.
Liefde is daarom de bron van alles wat goed is.
En als iemand de liefde niet kent, kunnen de dingen die deze persoon doet dan ook niet uit liefde voortkomen.
De dingen die deze persoon doet, komen dan niet voort uit liefde, maar uit het vlees.
En…
Romeinen 8:7 (HSV)
Het denken van het vlees is in vijandschap tegen God.
Het denken van het vlees is in vijandschap tegen de Liefde, want God is liefde.
Het denken van het vlees is in vijandschap tegen de Liefde
Hoewel daden, die pijn en verdriet veroorzaken, een groot negatief effect hebben in het natuurlijke leven van mensen, hebben daden die pijn veroorzaken, daarom dezelfde waarde als de mooie dingen die mensen doen wanneer deze voortkomen uit iemand die God, en daarmee liefde, niet kent.
Dat klinkt bizar hè?
Toch zei Paulus precies hetzelfde:
1 Korinthe 13:3 (HSV)
Al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen
en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden
maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.
Wanneer goede dingen niet uit liefde zijn gedaan, zijn ze met een reden gedaan.
Deze reden is dan daarom niet in de liefde te vinden en bewust of onbewust is de reden waarom deze goede dingen zijn gedaan dan altijd zelfrechtvaardiging.
En wanneer God alleen de goede dingen zou toelaten te gebeuren, zouden wij de liefde niet leren kennen.
Want stel je eens voor dat er een zakkenroller rondloopt die jouw portemonnee wil stelen.
Net op het moment dat hij langs jou loopt en de portemonnee wil pakken, zorgt God ervoor dat hij zijn armen niet kan bewegen.
Dat zou toch geen liefde zijn?
En God IS liefde.
Wanneer Hij dat zou doen, zouden wij marionetten of robots zijn.
God heeft geen robots gemaakt!
Hij zei:
Genesis 1:26 (HSV)
Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis!
Daarom ligt het eeuwige leven in het kennen van God en Jezus Christus.
Want Jezus Christus is het beeld van de onzichtbare God.
Kolossenzen 1:15 (HSV)
Hij is het Beeld van de onzichtbare God!
Wanneer je Hem leert kennen, leer je dus jezelf kennen,
want ook jij bent gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God.
En wanneer je Hem leert kennen, leer je liefde kennen, want Hij IS liefde.
De mens is gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God en wanneer jij God leert kennen,
leer je dat jij naar datzelfde beeld van liefde bent gemaakt.
Deze liefde is de Christus in jou.
En Christus in jou is de hoop op de heerlijkheid.
Kolossenzen 1:27 (HSV)
Christus in u, de hoop op de heerlijkheid.
Christus in ieder mens is de hoop op de belofte die God Zelf heeft uitgesproken:
Numeri 14:21 (HSV)
Zo waar Ik leef, de hele aarde zal met de heerlijkheid van de HEERE vervuld worden!
Christus in jou,
dus het beeld en de gelijkenis van de liefde waarnaar jij bent gemaakt,
is onze hoop dat er een einde komt aan de ellende in deze wereld.
Wanneer jij gaat ontdekken en vervolgens gaat leven naar wie jij werkelijk bent, namelijk het beeld en de gelijkenis van God, komt de hemel op aarde.
Jezus laat dit zien door heel zijn eigen levenswandel.
En Hij legt het ook uit, je kent de volgende gelijkenis waarschijnlijk wel:
Mattheüs 13:44 (HSV)
Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat,
in de akker verborgen, die iemand vond en verborg.
En van blijdschap daarover gaat hij heen en verkoopt alles wat hij heeft, en koopt die akker.
Het koninkrijk van de hemel is als een schat die in een akker is verborgen.
Deze akker ben jij.
In jou is een grote schat verborgen, namelijk Christus.
Veel mensen vinden deze schat nooit.
De persoon in de gelijkenis heeft Christus in hem echter gevonden.
En wat doet hij?
Hij verkoopt alles wat hij heeft.
Hij verkoopt al het aardse wat hij in zijn leven heeft verzameld; alle aardse wijsheid, alle heilige huisjes en leugens die hij voor waarheid had aangenomen.
Want nu heeft hij de Waarheid binnenin hem gevonden: Christus.
Hij verkoopt al het vleselijke en koopt vervolgens de akker met datgene waar het al mee betaald is.
Hij koopt de akker met het bloed van Jezus Christus.
De vierentwintig oudsten in Openbaring 5 zingen daar een lied over.
Openbaring 5:9 (HSV)
Zij zongen een nieuw lied en zeiden:
U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed!
De hemel op aarde en een einde aan alle ellende begint bij het kennen van God.
Dan leer je wat ware liefde is.
Wanneer je God leert kennen, zie je jezelf in een spiegel.
Niet aan de buitenkant, maar van binnen.
Dan wordt je naar datzelfde beeld veranderd, van heerlijkheid tot steeds grotere heerlijkheid, zoals dat door de Geest van de Heer bewerkt wordt.
2 Korinthe 3:18 (HSV)
Wij allen nu, die met onbedekt gezicht
de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen,
worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld,
van heerlijkheid tot heerlijkheid,
zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.
Romeinen 8:18-19 (HSV)
Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd
niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.
Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping
het openbaar worden van jou als de zoon van God.
